20 Maart Verklaring

De Coronapandemie in Europa, Grondrechten en de Avondklok

  1. In maart 2020 werd Europa epicentrum van de Coronapandemie. Een jaar en een week later is de situatie in Europa allesbehalve onder controle.
  2. De eerste reacties vanuit Europa op de uitbraak van de epidemie in China was er één van zelfoverschatting: onze gezondheidsinfrastructuur zou dit gemakkelijk aankunnen.
  3. De ernst van de uitbraak in Italië toonde dat die reactie totaal misplaatst was.
  4. In de aanpak van de pandemie werd de grote industrie ongemoeid gelaten. De ingrepen gebeurden in de kleinere sectoren en vooral in het privéleven.
  5. De achterliggende bekommernis en drijfveer voor alle maatregelen was de “stabiliteit op de internationale financiële markten”.
  6. In Europa wordt die vertaald als “stabiliteit voor de eurozone”.
  7. De afgeleide variabele daarvan is de “capaciteit van de IC’s” in de ziekenhuizen.
  8. De belangrijkste “quarantaine” ingreep is de invoering van de avondklok.
  9. De avondklok werd door verschillende regeringen en deelregeringen op een verschillend moment ingevoerd.
  10. In België hebben de verschillende deelstaten een andere avondklok.
  11. Hierachter gaat geen wetenschappelijke, maar een politieke logica schuil: die van de staatshervorming.
  12. Wetenschappelijk gezien is het effect van de avondklok op de verspreiding van het virus hoogst twijfelachtig.
  13. Politiek gezien is de invoering ervan de avondklok gemotiveerd door (a) de besparingspolitiek en (b) de “uitzonderingstoestand” tegen onze constitutionele democratie.
  14. Ze is ongrondwettelijk, zoals geenvodjepapier.be heeft aangekaart.
  15. Politici die zich sinds maart 2021 tegen de avondklok uitspreken, doen dat uit profileringsdrang, maar niet met argumenten ten gronde.
  16. Het verzet tegen de avondklok wordt misbruikt om de afschaffing van alle noodzakelijke beschermingsmaatregelen te populariseren.
  17. De protesten tegen de beschermingsmaatregelen “open the business” en  “herd immunity” ondermijnen de volksgezondheid en passen in het kraam van de belangen van de financiële oligarchie.
  18. Herd immunity en open the business zijn het programma van de financiële oligarchie, waarvoor Trump en zijn aanhang na een jaar fulmineren een massabasis voor hebben verworven die uitmondde hun reactionaire coup op de democratie op 6 januari 2021.
  19. Ook in Europa worden de lockdownmaatregelen door extreemrechts voorgesteld als een “aanval op de vrijheid”, in plaats van als beschermingsmaatregelen. Hun strijd voor “vrijheid” is in realiteit de onderwerping aan de vrijheid van de internationale financiële markten.
  20. De COVID-19-pandemie heeft aangetoond dat grondrechten beschermen en de belangen van de internationale financiële markten (de financiële oligarchie) verdedigen niet samen gaan. Daarom: Voor onze grondrechten en de Grondwet? Ja. Voor een pandemiebeleid in handen van de haute finance? Nee.

1. Op 13 maart 2020 werd Europa door de WHO als epicentrum van de COVID-19-pandemie aangeduid. Een jaar en een week later (20 maart 2020) is de situatie in Europa allesbehalve onder controle. De ravage van de pandemie is nog een stuk erger dan in andere continenten: meer dan 850.000 doden in totaal, en in de lijst met het aantal doden per miljoen inwoners staan Europese landen op de eerste 10 plaatsen. In absolute aantal dodelijke slachtoffers staat de Verenigde Staten bovenaan met 550.000 doden. De zwaarst getroffen landen in Europa zijn Italië met 100.000 doden, Frankrijk met meer dan 90.000 en Spanje met meer dan 70.000. België heeft meer dan 20.00 doden en is daarmee samen met Tsjechië en Slovenië bij de landen die er het slechtst aan toe zijn wat beteft aantal doden per miljoen inwoners. De uitrol voor de vaccinaties is in Europa al ruim 2 maanden op gang, desondanks is minder dan 10 percent van de bevolking volledig gevaccineerd. In België is dat minder dan 5%. Frankrijk voert in maart 2021 opnieuw verstrengingen in omdat de curves niet dalen, in België komt het overlegcomité op 19 maart 2021 vervroegd bijeen om geplande versoepelingen uit te stellen gezien de ernst van de situatie en het risico op een mogelijke “derde golf”.

2. De eerste reacties vanuit Europa op de uitbraak van de epidemie in China waren er van hoogmoed en zelfoverschatting: “Ons zou het niet overkomen, met onze gezondheidsinfrastructuur zouden we veel minder drastische quarantainemaatregelen moeten nemen dan in China”, was de teneur, die in België bijvoorbeeld door Maggie De Block werd uitgesproken. Het bleek een complete misrekening: COVID-19 trof Europa niet enkel harder, maar de maatregelen van quarantaine en lockdown moeten ook veel langer duren om het virus (niet) onder controle te krijgen.

3. De ernst van de uitbraak in Italië, het eerste Europese land waar Corona toesloeg, plaatste iedereen met de neus op de harde feiten van dit misplaatste Europese optimisme. Maar ook dan wachtten de andere landen zo lang mogelijk om serieuze maatregelen te nemen. Massabijeenkomsten, het Belgisch luchtverkeer (onder andere met handelsvluchten naar China) bleven plaatsvinden op een moment dat er al lang had moeten ingegrepen worden. Italië hield het continent een spiegel voor, maar zal ons een jaar later met de politieke crisis ook een spiegel voorhouden over hoe de relance, het “economisch herstel” zou aangepakt worden (zie verder).

4. De rode draad in alle Europese landen om de pandemie aan te pakken bestond erin de belangrijkste sectoren van de industrie ongemoeid te laten. Op enkele weken tijd van sluiting na moesten ze gewoon blijven draaien. Dat er überhaupt een lockdown kwam voor deze sectoren, was te danken aan spontane stakingen, onder meer in de Italiaanse autofabrieken. deze “lockdown” was echter uiterst kort. Regeringen beslisten unaniem om de verspreiding van het virus niet of amper in de “werksfeer” te bekampen (op een vorm van weinig gecontroleerd en afdwingbaar telewerk na), maar des te meer in de “privésfeer”. Enkel de kleine zelfstandigen in de horeca moesten de deuren sluiten, en ook de cultuurevenementen (muziek en theater) werden stopgezet. Sport ging grotendeels door, ttz de professionele sporten, weliswaar zonder of met minder toeschouwers dan gewoonlijk. Hoger onderwijs werd (groten)deels op afstand georganiseerd, lager onderwijs ging gewoon voort, op een aantal weken na tijdens de eerste golf, en een verlenging van de herst- en krokusvakantie van een week. Het lokte velen de trieste boutade uit dat er twee virussen waren: één dat op het werk (en in de scholen) circuleerde, en dat totaal ongevaarlijk was, en een ander virus “thuis” en in de vrije tijd, waar we heel goed voor moeten opletten. In de sectoren van de middenstand en de culturele sector die wel de deuren moesten sluiten, is de financiële backup in voor de meeste werknemers en zelfstandigen ruim onvoldoende. Dit uit zich in een toename van faillissementen en van de armoede of risico op armoede.

5. De reden voor die tweeslachtigheid – de grote industrie wordt gespaard en de minder lobbykrachtige of winstgevende sectoren worden opgeofferd – moeten we niet ver zoeken. De hoofdbekommernis in Europa en alle westerse landen was nooit de volksgezondheid maar wel het gevaar voor “instabiliteit” op de internationale financiële markten. Hoe gaan de beurzen reageren? Die vraag speelde in het achterhoofd van de regeringsleiders, en daar waren en zijn alle maatregelen op afgestemd. Dat is ook de reden waarom men eerst zo lang mogelijk gewacht heeft in te grijpen, hopende dat het als een “serieuze griep” zou overwaaien. Wanneer duidelijk werd dat COVID-19 meer was dan een “serieuze griep” is men gaan “overreageren” met ingrijpen in de privésfeer de burgers, als pasmunt om de haute finance en de grootindustrie ongemoeid te blijven laten.

6. In Europa wordt de bekommernis om de “stabiliteit van de financiële markten” vertaald naar de stabiliteit voor de eurozone en de EU, en het EU Corona-herstelplan is met die doelstelling ontworpen. In plaats van rechtstreekse financiering door de ECB zullen de miljarden voor de “herstelplannen” of “relancepannen” op de internationale financiële markten worden opgehaald, en het financieel risico van de schuld die de EU nu voor het eerst “collectief” aangaat, zal voor de terugbetaling ervan in de hervormingsplannen van de afzonderlijke lidstaten worden ingeschreven eens het Europees Begrotingspact terug in werking wordt gesteld. (De begrotingsregels voor dit pact werden omwille van Corona tijdelijk opgeschort. Deze constructie dreigt de EU-lidstaten verder uiteen te drijven in plaats van te stabiliseren. De relanceplannen zelf zijn niet meer dan wat vermomde ”bail-outs” voor de bedrijfswereld, vooral de grote bedrijven dan, en met “strategische projecten” van public-private partnership. In het Franse bailoutplan bijvoorbeeld staan de lastenverlagingen voor bedrijven al ingeschreven. De Belgische plannen zijn nog niet gedetailleerd uitgewerkt (of alleszins nog nergens publiekelijk terug te vinden), maar de inhoud ervan zal niet anders zijn. Het is tekenend voor het politiek bewustzijn en de ideologie in Europa dat quasi alle fracties in het Europees parlement voor deze plannen gestemd hebben. Ook de Europese vakbonden zijn voorstander van het plan en leven in de illusie dat het een “eerste stap naar het herstel van de volkeren” zou zijn.

7. De afgeleide variabele van de primaire bekommernis om de “stabiliteit op de financiële markten” en die van de grootindustrie, was de “capaciteit van de ziekenhuisinfrastructuur”, meer bepaald die op de intensieve zorgen. Regeringen stelden alles in het werk om deze niet te laten “overstromen”. De behandeling op intensieve zorgen, met ademhalingstoestellen, is echter nooit gesofisticeerd of levensreddend geweest. Technisch gezien zou ze ook bij de mensen “thuis” kunnen gebeuren, en in veel gevallen zou het geen verschil maken of de patiënt in kwestie het zou overleven. Maar mensen moeten weigeren op intensieve zorgen zou voor te grote verontwaardiging gezorgd hebben bij de bevolking, en het opgeklopt imago van een “stevige gezondheidszorg” helemaal in duigen laten vallen. Naast de primaire (mondiale) bekommernis van (internationale) “financiële stabiliteit”, was aldus “politieke stabiliteit” de tweede grote bekommernis van regeringen in alle landen die met COVID-19 te kampen hadden, wat zich uitte in de zorg om de IC’s niet te overbelasten. De afgeleide variabele van dié bekommernis was de R-waarde, de mate waarin het virus zich verspreidde. Boven de 1 krijgt het virus een exponentiële verspreiding onder de bevolking, onder de 1 “dooft het uit”. Alle maatregelen waren er aldus op gericht om de R-waarde onder de 1 te houden, omdat anders het risico zou bestaan dat de IC’s overspoeld zouden worden.

8. De belangrijkste “quarantaine” ingreep in de private sfeer is de invoering van de avondklok, wat niet meer gebeurd was op het Europese continent sinds de bezetting door Nazi-Duitsland tijdens WOII. We herinneren eraan dat de officiële rechtvaardiging voor de oprichting van de Europese Unie het de leuze “Nooit Meer Oorlog” was. De samenwerking tussen Europese landen tot een “Unie” moest de catastrofe van de Wereldoorlogen tegengaan. De verantwoording van de invoering van de avondklok is in deze context enorm banaal: vermijden dat er “lockdownfeestjes” zouden georganiseerd worden, bijeenkomsten van burgers die ’s avonds bij elkaar komen en op die manier de besmettingen doen toenemen.

9. De avondklok werd door verschillende regeringen en deelregeringen op een verschillend moment ingevoerd, wat duidt op het gebrek aan samenwerking tussen de verschillende Europese landen, een weerspiegeling van de onwil of onkunde binnen de Europese Unie om een gezamenlijke strategie uit te werken, met uniforme maatregelen tegen de pandemie. Een ander frappant voorbeeld daarvan is dat de afstandsregels in elke land verschillend waren: 1m, anderhalve meter of 2 meter.

10. België volgde bij deze avondklok het voorbeeld van Frankrijk, en hier werd ze eerst op provinciaal niveau in Antwerpen en Luxemburg ingevoerd tijdens zomermaanden, toen er nog geen algemene sluiting was van de café. (wel een vervroegd sluitingsuur, en de avondklok werd geargumenteerd om mensen die “bleven plakken” op tijd naar huis te kunnen sturen). Tijdens de “tweede golf” kwam er eerst een avondklok in Wallonië en Brussel, nadien ook één in Vlaanderen. In Nederland werd de avondklok nog later ingevoerd. In Frankrijk hadden verschillende departementen een verschillende avondklokken. In België hebben Brussel en Wallonië (22-6u) een andere avondklok dan Vlaanderen (0-5u). In Nederland werd er gestemd over de avondklok en werd ze met meerderheid-minderheid aangenomen, nadien door een rechtbank als onwettig verklaard. “België” nam het voorbeeld over van Frankrijk maar de beslissing over de duur van de avondklok werd overgelaten aan de deelstaatregeringen. Het verschil in duur van de avondklok wijst niet op een wetenschappelijke, maar op een politieke logica die terug te voeren is tot de staatshervorming. Als er al demografische of culturele verschillen bestaan tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië om een andere timing van de avondklok te rechtvaardigen, dan zou de beslissing eerder in de omgekeerd moeten geweest zijn: een vroegere  avondklok in Vlaanderen en een latere in Wallonië en zeker Brussel. Wanneer de avondklok begint en eindigt is dus puur natte vingerwerk, en een gevolg  van profilering bestuurders van de deelstaten die ook “iets” willen te beslissen hebben (en de avondklok dan bewust “anders” gaan invullen dan hun concurrenten in de andere deelstaten, om de indruk te wekken dat ze strenger of minder streng willen zijn).

11. De verschillende avondklokken in België hangen samen met de complexe Belgische staatsstructuur annex staatshervormingen, en zijn een voorbeeld van het principe van de “subsidiariteit”. Simpel gezegd is dat de lagere bestuursniveaus over alles beslissen waar het centraal gezag (de federale overheid) geen beslissing wil of kan over nemen, en waarbij de “knoop” op een lager niveau wordt doorgehakt. In realiteit is sinds de uitbraak van Corona eigenlijk niets beslist door de “federale overheid” in de strikte betekenis van het woord. Onder Wilmès II was het de “Nationale Veiligheidsraad” die de beslissingen nam, daarvoor bijgestaan door de minister-presidenten van de Gewesten en Gemeenschappen, en die bij Ministerieel Besluit uitvaardigde. Onder Decroo I was het de het het “Overlegcomité”.  Dit zijn  overlegorganen die in se geen Grondwettelijke autoriteit hebben. Het overlegcomité is opgericht in 1980 met de bedoeling belangenconflicten de regelen tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus. De Nationale Veiligheidsraad werd opgericht in 1996 en dient ondermeer om terreurdreiging tegen de gaan (eigenlijk kunnen we het als een soort uitbreiding of vertakking van de Staatsveiligheid beschouwen). De organen worden bij de Coronapandemie in een “oneigenlijke” zin gebruikt – ze zijn een gevolg van het Belgische confederale subsidiarisme – in een “uitzonderingstoestand” waarbij de parlementen buitenspel gezet worden. Het “federaal niveau” worden dan eigenlijk de partijvoorzitters en ministers-presidenten die erin zetelen. De situatie zou dan ongeveer zo kunnen gegaan zijn: in het overlegcomité werd op een bepaald moment besproken dat een avondklok een “mogelijke” of “noodzakelijke” ingreep zou zijn om de pandemie te bestrijden (zeker nadat de “bruikbaarheid” ervan al tijdens de zomermaanden op provinciaal niveau getest was), maar dan was het vervolgens aan de deelstaten om te beslissen wanneer en onder welke vorm ze zou moeten worden ingevoerd. Zonder te willen suggereren dat dit met voorbedachte rade zou bedacht zijn, is een bijkomend “voordeel” van verschillende types avondklokken dan ook dat ze minder snel tot een “eengemaakt” protest ertegen zullen leiden.

12. Er zijn nog andere problemen met de avondklok, en ook vanuit wetenschappelijk oogpunt. De boodschap daarvan is dat het virus gevaarlijker wordt ’s nachts, en dat het “buiten” onveiliger wordt, terwijl het “binnen” veiliger is. Maar dit komt niet overeen met de realiteit, en emancipatie begint bij het doorgeven van correcte informatie. De realiteit is dat het virus circuleert via fysieke sociale contacten tussen mensen, en dat die moeten moeten ingeperkt worden (in welke sfeer van het sociaal leven dan ook). Gebeurt dat door mensen te verplichten om binnen te blijven tussen bepaalde uren? Waarschijnlijk niet. In sommige gevallen zal de avondklok waarschijnlijk zelfs een averechts effect hebben, zoals in Frankrijk waar ze vanaf januari 2021 overal vanaf 18u (tot 6u ’s ochtends) geldt. Het gevolg is dat meer mensen tegelijkertijd op de baan zijn om bijvoorbeeld inkopen te doen, wat de frequentie van fysieke nabijheid en samenscholingen eerder zal verhogen. Dit kan echter niet geverifieerd worden omdat dit effect geneutraliseerd kan geweest zijn door andere maatregelen, of door een mogelijk “natuurlijk” (seizoensgebonden) verloop van het virus. Ook Franse media geven aan dat ze het effect van de maatregel moeilijk kunnen afzonderen en wijzen op een mogelijke verergering van de effecten i.p.v. de bedoelde indamming ervan.

13. Politiek en ideologisch gesproken is de invoering van de avondklok vermoedelijk gemotiveerd door in een tweevoudige evolutie die zich de afgelopen decennia heeft doorgezet (en die twee trends zijn onderling ook met elkaar verbonden).  Ten eerste de politiek van besparingen en sociale afbraak, waarbij het allemaal “niks meer mag kosten”. Anders gezegd “de boekriem moet worden aangespannen”, iets wat we al 30 of 40 jaar horen, en waar de Corona de regeringen niet op andere gedachten heeft gebracht, als we Eva De Bleeckere recent mogen geloven. ().  De invoering van de avondklok past in die logica omdat het een goedkope “gemakkelijkheidsoplossing” is om lockdownfeestjes tegen te gaan, wat minder kost dan bijvoorbeeld de middelen te voorzien om een samenscholingsverbod te laten naleven. Ten tweede raken we steeds vaker in een “uitzonderingstoestand”, waarbij de invloed van het parlement, de scheiding der machten, “tijdelijk” opzij geschoven worden. Een ondergraving van de democratie eigenlijk. Dat is een evolutie die al langer aan de gang is, maar de War on Terror in 2001 is daar een belangrijke mijlpaal in geweest. In Europa hebben we ook de terreuraanslagen gehad in Frankrijk in 2012 en 2016, die voor de regering-Hollande ook een gelegenheid waren om een uitzonderingstoestand uit te roepen. Op budgettair vlak zijn de EU-budgetnormen waarnaar verwezen in punt 4 de “monetaire” vorm van deze uitzonderingstoestand: begrotingen worden aan strenge van bovenaf opgelegde regels gebonden, en de parlementen  van de lidstaten hebben er niks meer aan toe te voegen. Wat is de achterliggende reden voor dat die “uitzonderingstoestand” meer in gebruik geraakt, en dat onze democratieën meer evolueren naar autoritair bestuur? De belangrijkste is de steeds toenemende sociale ongelijkheid, en de sociale spanningen die die potentieel met zich meebrengt. Voortdurende besparingen en sociale afbraak zijn daarbij hoe langer hoe minder compatibel met democratisch bestuur dat beseffen ook onze bestuurders. Het riedeltje dat dit “tijdelijke”, “noodzakelijke” ingrepen zouden zijn, om de “komende generaties” niet te overbelasten, is zodanig versleten en al lang doorprikt door de gigantische verrijking de miljardairs – de “financiële oligarchie” – voor zichzelf hebben gerealiseerd de afgelopen jaren en decennia. Dat is de logica achter het “autoritairder” besturen, en daar past de avondklok in. Onze politici vinden dat allemaal al zodanig vanzelfsprekend dat ze zich ook geen enkele bedenking gemaakt bij de invoering ervan, en dat er ook geen parlementaire oppositie was toen ze werd ingevoerd.

14. De avondklok is ongrondwettelijk, zoals “geenvodjepapier” heeft aangekaart. “De Grondwet mag niet opgeschort worden”. Hun volledige verzoekschrift is hier te lezen. De belangrijkste argumenten voor hun opschorting waren:

  • Het betreft een vrijheidsberoving en geen vrijheidsbeperking (zoals bijvoorbeeld bij een samenscholingsverbod of de invoering van de “bubbels”).
  • Het is buitenproportioneel aangezien men de ganse bevolking straft om te verhinderen dat (een kleine minderheid van) burgers die zich niet aan het samenscholingsverbod zouden houden, het virus niet zouden verspreiden.
  • Het betreden en kunnen verlaten van de eigen woning op een moment dat men er nood aan heeft, is een fundamenteel grondrecht dat inderdaad in veel situaties gebaseerd is op een (acute) noodzaak (bijvoorbeeld om een ongezonde of levensbedreigende situatie te ontlopen).
  • Art.187 van de Belgische Grondwet stelt: “De Grondwet kan noch geheel, noch ten dele worden geschorst” (in geen enkele andere Grondwet zou een dergelijke bepaling staan).
  • Art.30$2 van het Ministerieel Besluit streeft niet enkel de opschorting van dit grondrecht na, maar ook de afdwinging ervan met geweld.
  • Art.12 van de Grondwet stelt: “De vrijheid van de persoon is gewaarborgd…” (enkel bij heterdaad of op bevel van de rechter mag iemand worden aangehouden).
  • Art.5 EVRM beschermt de vrije toegang tot het openbaar domein, waarop uitzonderingen “zeer limitatief en restrictief” moeten zijn (en in het geval van het tegengaan van de verspreiding van een ziekte het effect van andere, minder verregaande maatregelen uitgeput was).
  • De uitzondering “essentiële verplaatsing” werd niet gedefinieerd, maar aan de willekeur van de politiediensten overgelaten om te bepalen of een burger hieronder zou vallen.
  • Art.22 van de Grondwet waarborgt het recht op een privé-leven. Verzoekers verwijzen naar Van Damme (“Overzicht van het Grondwettelijk Recht”, Brugge, Die Keure, 2015): “het recht op rust en afzondering is een bij uitstek persoonlijk recht, waarvan de concrete invulling zal verschillen van individu tot individu”.
  • Met het Ministerieel Besluit over de invoering van een avondklok gaat de regelgever over tot een preventieve maatregel, waarbij geen enkel onderscheid gemaakt wordt tussen personen die gebruik willen maken van de openbare ruimte. Dit gaat in tegen Art.24 van de Grondwet: “…elke preventieve maatregel is verboden”.
  • Door de ongelijke behandeling (het ongelijk effect) van de avondklok op de noden van burgers, schendt de avondklok het gelijkheids- en antidiscriminatiebeginsel. Dit kan bij een oppervlakkige lezing verwarrend klinken, aangezien de avondklok “voor iedereen” geldt. Maar dit gaat voorbij aan het principe dat wie in een andere situatie zit, anders moet behandeld worden bij de uitoefening van grondrechten (zoals sommigen recht hebben op een uitkering en anderen niet).
  • Nergens werd de noodzaak of de effectiviteit van de avondklok aangetoond.
  • De invoering van de avondklok en de bijhorende strafbepalingen zijn in strijd met Art.14 van de Grondwet: “Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet”. De uitvoerende macht kan slechts de machten uitoefenen die de Grondwet haar heeft toegewezen.
  • De Wet van 15 mei 2007 (de upgrade van de wet op het rampenplan van 31 December 1963), waarop de Minister zich beroept voor de invoering van de avondklok, is een onvoldoende basis voor de maatregelen die uitgevaardigd zijn. Verzoekers verwijzen ondermeer naar de passage waarin de voorziene maatregelen “enkel en alleen op de noodwendigheden van de materiële bescherming” betrekking hebben.
  • De avondklok is ingevoerd zonder het normaal gezien verplichte advies van de Raad van State. Er werd “hoogdringendheid” aangevoerd als argument dat men geen 5 dagen meer kon wachten op advies van RvS, doch de avondklok is op 16 oktober ingevoerd, terwijl sommige virologen al sinds juli waarschuwden voor het mogelijke gevaar van een “tweede golf”. Tussen de opeenvolgende Ministeriële Besluiten zaten meermaals perioden van meer dan 5 dagen.
  • Sinds de waarschuwingen voor de mogelijke uitbraak van een “tweede golf”, hebben verschillende Ministeriële Besluiten versoepelingen ingevoerd. Dit is in strijd met de “hoogdringendheid” van de invoering van een avondklok, en met de redenering dat die het laatste redmiddel zou zijn bij uitputting van andere maatregelen.
  • Bij de invoering van de avondklok over het Belgische Grondgebied, verwees het Ministerieel Besluit naar vermeende effecten van de voordien ingevoerde provinciale avondklokken in Luxemburg en Antwerpen. Deze effecten werden echter nooit aangetoond, maar gewoon “aangenomen” (“Uit de feiten blijkt” – welke feiten?) Dit is een schending van het zorgvuldigheidsbeginsel (https://www.elfri.be/rechtspraak/zorgvuldigheidsbeginsel).
  • Met de invoering van de avondklok heeft de uitvoerende macht de motiveringsplicht (https://www.juridischwoordenboek.nl/?zoek=motiveringsplicht) geschonden.

15. De stemmen die sinds maart 2021 uit partijpolitieke hoek opgaan om de avondklok af te schaffen (onder meer bij MR, Open VLD en N-VA), hebben niks vandoen met bezorgdheid over principes van de rechtstaat, maar enkel met politieke profileringsdrang. De argumenten gaan ook nooit over deze rechtstatelijke principes, maar zijn van het niveau “het heeft nu toch lang genoeg geduurd” (op basis waarvan de avondklok nu dan wel “lang genoeg” geduurd heeft, maar anderzijds wel hoogdringend moest ingevoerd worden, blijft een raadsel). De zogezegde bezwaren tegen de avondklok vanuit partijpolitieke hoek zijn zeer vluchtig. Wanneer de cijfers opnieuw zouden stijgen, zal er waarschijnlijk sneller naar een verstrenging van de avondklok gegrepen worden dan naar controle op of sluiting van bedrijven en scholen.

16. Het verzet tegen de avondklok wordt als een hefboom gebruikt om het algemeen verzet tegen de coronamaatregelen te stimuleren. Het wordt daarbij op één hoop gegooid met protest tegen de maskerdracht, tegen de afstandsregels, tegen de sluiting van de horeca en andere maatregelen, maar tegelijk vaak in synergie met verzet tegen de vaccinatie. Ordewoorden van het verzet waren in eerste instantie (de eerste golf) “herd immunity”, in een latere fase de meer diplomatische varianten daarvan zoals “omgekeerde lockdown” of “focused protection” die ondermeer door de liberale (libertarische) wetenschappers van de “Great Barrington Declaration” gepromoot wordt (https://gbdeclaration.org/focused-protection/). De algemene strijdkreet is dat “de maatregelen erger zijn dan het virus zelf”, soms met de openlijke stelling dat de slachtoffers van de maatregelen verkeerdelijk als slachtoffers van het virus worden gerekend. Dit zou te wijten zijn aan “onkunde” van een politieke klasse die in een soort van “psychose” terecht is gekomen en niet meer op haar stappen durft terugkomen, ofwel aan belangenvermenging tussen de adviserende wetenschappers die in alle landen banden hebben met de farmaceutische industrie, en daardoor de pandemie bewust buiten proportie opblazen om de nood aan een collectieve vaccinatiecampagne, die winstgevend is voor de farmaceutische industrie, te lenigen.

17. De protesten die de beschermingsmaatregelen willen afschaffen en daarmee de “economie willen heropenen”, verdedigen in laatste instantie enkel de belangen van de financiële oligarchie. Een voorwaarde voor de “stabilisering” van de speculatieve financiële markten, is immers tweeledig. Ten eerste zijn er de financiële reddingsplannen die als “bail-outs” dienst doen en zo worden geïnterpreteerd door de speculanten. Na de aankondiging van de Amerikaanse CARES-act schoten de internationale beurzen tot ongekende hoogte. De tweede voorwaarde om de financiële sector gerust te stellen is echter om te garanderen dat de economie niet te lang “op slot” zal blijven, dat de uitbuiting van de werkende klasse in de industrie zo snel en zo volledig mogelijk naar haar “normale” toestand zal terugkeren. “Open the business” treedt hier als het ware in het huwelijksbootje met “herd immunity”.

18. Dat dat huwelijk niet compatibel is met de bescherming van de gezondheid en de levens van de werkende klasse, noch met “democratische” afhandeling van de problemen, werd het meest duidelijk door de gebeurtenissen in de Verenigde Staten op het einde van de bestuursperiode onder Trump. De aanpak van de Trump administratie was een politiek die de facto zo dicht mogelijk bij “herd immunity” aansloot, tot en met tegenwerking van de Wereld Gezonheidsorganisatie en van de eigen medische adviseurs. In een verkiezingsjaar was dit zijn teken van “loyaliteit” aan de corporate business en de financiële oligarchie, een boodschap dat hij hen zo weinig mogelijk in de weg wilde leggen. Die belangen gingen hand in hand met het aanmoedigen en versterken van zijn extreemrechtse achterban “op straat” gedurende zijn ganse regeerperiode, en vooral in het jaar dat de Coronapandemie uitbrak. De harde kern van de betogingen tegen de lockdowns (sinds april 2020) in de VS was dezelfde die op 6 januari 2021 de bestorming van het  Capitool aanvuurde om Trump met een reactionaire coup aan de macht te houden. Tussen haakjes maar niet onbelangrijk had die poging tot staatsgreep brede steun binnen de Republikeinse partij en grote delen van de legertop, die drie uur wachtte vooraleer de National Guard te laten uitrukken, hoewel de gebeurtenissen live op TV te volgen waren. De legertop liet de gardisten waarschijnlijk pas uitrukken toen ze besefte dat de coup niet zou lukken. De vergelijking met het 20ste-eeuwse fascisme is hier meer dan accuraat, ondermeer om aan te geven onder welke valse vlaggen daarvoor gemobiliseerd wer en wordt: een eeuw geleden was het de vlag van “socialisme” (nationaalsocialisme wel te verstaan), in het Amerika onder Trump blies het “anti-COVID-lockdown”-fascisme verzamelen onder de vlag van “opkomen voor onze vrijheid”. Zowel toen als nu weerspiegelde het een politieke evolutie waarbij het grootkapitaal haar belangen niet meer met “democratische” bestuursvormen zag verdedigd worden. De gebeurtenissen in de VS tonen ons waar de tendens naar autoritaire “uitzonderingstoestanden” zoals we ze aangekaart hebben in punt 13, toe leiden. Een reden te meer om een duidelijke grens te trekken, en de terechte kritiek op de avondklok, niet te laten misbruiken door kritiek (en protest) op de lockdown en andere beschermingsmaatregelen.

19. Ook in Europa profileren de neofascistische en extreemrechtse partijen zich op dezelfde manier in hun reactie op de pandemie. (1) In Duitsland is het extreemrechtse AfD, de grootste oppositiepartij, voortrekker van de protesten tegen de lockdown, maar kon daarbij op een breder draagvlak rekenen dan hun traditioneel racistisch en conservatief electoraat. Tijdens het Coronajaar hebben ze hun “economisch nationalisme” in de ijskast gestoken, aangezien bij de verspreiding van een wereldwijde pandemie iedereen inziet dat er internationale samenwerking nodig is om ze te overwinnen. In plaats daarvan sprongen ze op de kar van de “internationale” anti-lockdownkritiek in het belang van de financiële oligarchie. De façade van “anti-establishment” – voor burgerlijke vrijheid – staat in realiteit echter voor de stabilisatie van het systeem. AfD is niet te beroerd om de Coronamaatregelen zelf als “fascistisch” te bestempelen. (2) Ook de politieke crisis in Italië leert ons waar extreemrechts zich positioneert in deze uitzonderingstoestand. Als uitweg uit de politieke crisis kozen ze resoluut voor een nationale unie onder leiding van Mario Draghi, de “onderaannemer” van de euro-technocratie. Op basis van hun uitgesproken kritiek op het Europese soberheidsbeleid hadden de meeste politieke waarnemers verwacht dat ze één van de volgende twee dingen zouden doen: ofwel rechtse oppositie voeren – om er na een nieuwe regeringsval binnen afzienbare tijd als absolute overwinnaar uit te komen – ofwel om een “meerderheids”-pact te sluiten met 5-Sterrenbeweging waarmee ze hun eurokritiek gemeenschappelijk hebben. Dat dat niet gebeurde, laat zien dat ook voor hen de “stabilisatie van de financiële markten” bij de bestrijding van de Coronapandemie op de eerste plaats komt. (3) In Spanje bediscusieerden in december 2020 oud-generaals van de legertop – oudgedienden van het fascistische Franco-regime en nu met de steun van het extreemrechtse “Vox” – de mogelijkheid van een militaire staatsgreep. (1), (2), (3) Zowel Duitsland, Italië als Spanje houden hierbij heel Europa hier een spiegel voor van welke ontwikkelingen ook in andere landen op de agenda kunnen komen, en welke rol extreemrechts daarin vervult of toebedeeld krijgt.

20. Daarmee komen we bij de slotsom van deze verklaring. De bescherming van de stabiliteit van de financiële markten (punt 5.) en het opzij zetten van de sociale en liberale verworvenheden in de “uitzonderingstoestand” (punt 13.) hangen met elkaar samen in één en dezelfde logica van de kapitalistische klasse. Voor ons is het onmogelijk om enerzijds de bescherming van de grondrechten te verdedigen maar anderzijds het parasitisme van de internationale markten en hun euro-staat  niet klaar en duidelijk aan de kaak te stellen: wie de grondrechten beweert te beschermen moet ook bereid zijn het algemeen belang voorrang te geven op de belangen van de financiële markten en de grootindustrie. We waarschuwen ervoor dat kritiek op de avondklok – als symbool van die logica – niet wordt aangegrepen voor een versoepeling of afschaffing van alle beschermingsmaatregelen. We wijzen opnieuw op de noodzaak om een duidelijke scheidingslijn te trekken: Tegen de avondklok? JA. Voor de afbouw van de beschermingsmaatregelen? NEE. Voor onze grondrechten en de Grondwet? JA. Voor een pandemiebeleid in handen van de haute finance? NEE.

Verklaring van het volkscomité “Recht op Recht” naar aanleiding van 1 jaar pandemiebeleid.